Meerjarige grassen op de golfbaan

 

 

Een ecologische benadering

Uit onderzoek is gebleken dat graslanden met meerjarige grassen, efficiënter functioneren dan gras­landen die bestaan uit éénjarige grassen. Meerjarige grassen weten be­ter gebruik te maken van de aanwezige nutriënten en energiebronnen dan éénjarige soorten dat kun­nen. We gaan hier kijken wat daar de oorzaken van zijn en wat dat betekent voor de greenkeeper die meer­jarige grassoorten op de baan wil.

Wat ecologen zeggen

Eénjarige grassen vormen samen met penwortelgewassen (paardenbloem etc.) en klaver een zo­ge­naam­de pioniersvegetatie. Dat is de vegetatie die het eerst groeit op vers afgezet zand in bij­voor­beeld een bocht in de rivier of door de wind afgezette grond in een duingebied. De klaver zorgt dat er in z’n wortelknolletjes stikstof bindende bacteriën kunnen groeien. De pen­wortelgewassen zorgen er voor dat er nutriënten uit diepere lagen worden vrijgemaakt en de één­jarige grassen zorgen dat er vezels worden aan­ge­maakt die aantrekkelijk voedsel vormen voor schimmels. Zo  kunnen er lang­zaam aan steeds meer micro-or­ga­nis­men zoals bacteriën en schimmels in de bodem komen leven. En de ecologische regel is: hoe meer verschillende soorten op een plek samenleven, hoe efficiënter de daar aanwezige bronnen worden benut.

Meerjarige grassen behoren in tegenstelling tot de éénjarige grassen tot de eindvegetatie van een bodem die begraasd wordt. Een dergelijke eindvegetatie kan duizenden jaren achtereen blijven bestaan en gaat zeer efficiënt om met de aanwezige bronnen van nutriënten en energie. Low input and high output. En het is de complexe en hechte samenwerking van alle deel­ne­mers die deze vegetatie stabiel maakt. Vergeet de belangrijke rol van de grazers niet die hier in grote aantallen op leven. Deze grazen, betreden en bemesten met hun uit­werp­se­len. Belangrijk detail: uitwerpselen van wilde grazers bevatten slechts weinig nutriënten.

De éénjarige grassen treffen geen uitgebreid en rijk bodemvoedselweb aan in de bodem waar ze groeien. Hun verblijf is kort en ze produceren zo snel als mogelijk zaden aan om te kunnen verplaatsen naar nieuwe pioniersgronden. Voor meerjarige grassen is dat heel anders. Met de tijd is rond hun wor­tels een uitgebreide gemeenschap van micro-organismen gevormd met voor iedere soort en ieder individu een eigen taak. Een rijk bodemvoedselweb. Elke waar­de­vol nutriënt, in welke kleine hoeveelheid ook aanwezig, elke beetje water en e­ner­gie zal worden opgenomen en gebruikt om ergens in de ge­meen­schap van nut te zijn. En waar­schijn­lijk is er daarna een ander organisme of een ander plantje wat er goed gebruik van maakt. Op­ti­maal gebruik van bronnen middels minutieus georganiseerde recycling.

De oplettende greenkeeper…

…heeft al begrepen dat betreden, maaien en spaarzaam bemesten een imitatie is van wat een kudde grazers doet. De greenkeeper wil meerjarige grassen op de baan en dat willen de be­spe­lers ook. Want dat levert naast uitstekende bespeelbaarheid nog stabiliteit op ook. Het is voor de greenkeeper belangrijk te begrijpen dat je met dit ecosysteem van meerjarige grassen spaar­zaam moet bemesten.

De oplettende greenkeeper weet nu ook dat een eindvegetatie de neiging heeft als stabiel ecosysteem langdurig intact te blijven. Zonder dat er de neiging bestaat te veranderen. Dus geen vestiging van poa’s en slechts weinig on­krui­den, want die horen bij een pio­niers­ve­ge­ta­tie. Spaarzaam bezanden, want dat verandert een bodem opnieuw in een pioniersbodem. Spaarzaam doorzaaien, meerjarige grassen vullen kale plekken gemakkelijk weer in met zijwaartse groei. En als een stabiele eind­ve­getatie ergens goed in is, is het ziektes onder de duim houden. De hechte band tussen de vegetatie bovengronds en de micro-organismen ondergronds staat geen ont­wik­ke­ling toe van ziek­te­ver­wekkers. Weet daarom dat wanneer er iets net goed loopt in het ecosysteem van meerjarige grassen op jouw baan, de oorzaak daar­van ligt in een gebrekkig bodemvoedselweb. En het stimuleren van een goed bo­dem­voed­sel­web zal dus ook het leeuwendeel aan problemen kunnen oplossen die in je vegetatie kunnen ontstaan.

Het bodemvoedselweb van meerjarig grasland als eindvegetatie

Bodem-ecologen, zoals dr. Elaine Ingham, hebben onderzocht hoe het staat met bacteriën, schim­mels etc. in verschillende natuurlijke vegetatietypen. Ze vonden grofweg vooral bac­te­riën in pio­niers­gron­den en vooral schimmels in situaties waar de eindvegetatie uit naald­bo­men bestaat. De eind­ve­ge­ta­tie van begraasde vlaktes met voornamelijk meerjarige gras­soor­ten, groeit op bodems met zowel bacteriën als schimmels.

Eén type schimmel speelt hier in de ondergrondse wereld van meerjarig grasland een zeer be­lang­rijke rol: de mycorrhiza-schimmel. Het is juist deze schimmel die het energiesysteem van de meerjarige gras­sen extra efficiënt maakt. De mycorrhizaschimmel levert water en nu­tri­ën­ten aan de graswortels op een manier die voor de plant veel energie scheelt bij de opname er­van. Hierdoor kan de vegetatie meer energierijke koolhydraten afgeven aan het bo­dem­voed­sel­web. In ruil voor de energie be­scher­mt het microbioom in de bodem de vegetatie en de ondergrondse wortels tegen aantasting door ziek­te­ver­wek­kers.

Mycorrhizaschimmels hebben tevens een belangrijke invloed op de bodemstructuur. Deze speciale schimmels produceren een soort lijmstof, glomaline. Glomaline plakt bodemdeeltjes aan elkaar. Hierdoor ontstaat een stevige, luchtdoorlatende bodemstructuur die water ge­mak­ke­­lijk door laat en ook kan opslaan.

Natuurlijke situatie vormt ideaal speeloppervlak

Het lijkt te mooi om waar te zijn: een natuurlijk ecosysteem wat met betreden, maaien en spaarzaam bemesten een perfect bespeelbare vegetatie oplevert. Een stabiele vegetatie die het goed doet met betreden en bestand is tegen intensief maaien.  Een ondergrond die goed afwatert, diepe be­wor­te­ling mogelijk maakt en een stevige basis vormt voor uitstekend balgedrag. Het kan toch niet waar zijn dat natuurlijke omstandigheden de ideale golfbaan opleveren?

Nee, inderdaad, want het is andersom: het golfspel is ontwikkeld op een dergelijke vegetatie, inclusief bodemleven, die van nature voorkomt en dankzij de glomaline een stevige on­der­grond vormt. Betreding geen pro­bleem, maaien ook niet. We houden de grazers gewoon weg, de spelers betreden en de green­keep­ers maaien. Alles, van bal tot club, is ontwikkeld op basis van deze natuurlijke eind­ve­ge­tatie. Daarom is goed golfbaan beheer altijd natuurlijk golf­baan­beheer.

De verstandige greenkeeper werkt dus aan een rijk en coherent bodemvoedselweb rond de wortels van de vegetatie en weet dat de rest dan als vanzelf goed gaat. Laat even testen of je graswortels gekoloniseerd zijn met mycorrhizaschimmels. Dan weet je waar je aan toe bent.

Bemesten

Is het dan een goed idee om een kunstmestproduct toe te passen op de baan waar my­cor­rhi­za­spo­ren en wetting agents aan zijn toegevoegd?

Mycorrhizasporen zullen niet goed kiemen en graswortels koloniseren, zonder dat er een ge­zond bodemvoedselweb aanwezig is. Laat in het laboratorium de mycorrhizakolonisatie van de gras­wor­tels bepalen en je weet of het bij jou werkt.

Wetting agents verdelen heel goed water door een bodem, maar zijn in de meeste gevallen ook giftig voor het gras en de micro-organismen in de bodem. Ja, en ze worden desondanks aanbevolen en toegepast. Dat terwijl een slechte wateropname van een bodem wordt ver­oor­zaakt door een gebrek aan goed bodemleven. Doseer dus geen wetting agents, maar bouw een goed bodemvoedselweb op.

Kunstmest heeft ook geen goede invloed op het bodemleven en het maakt het gras lui. Kunst­mest doodt veel micro-organismen in de bodem en zorgt er tegelijk voor dat de samenwerking tussen de aanwezige micro-organismen verzwakt wordt. Minder samenwerking tussen de mi­cro-organismen betekent meer kansen voor ziekteverwekkers in de vegetatie. Luiheid in het gras, waardoor het min­der vitaal wordt en minder voedsel afgeeft aan het bodemleven is nog een verzwakkende factor.

Compost en kennis

Een goed bodemvoedselweb bouw je op met goede compost en kennis. Bij natuurlijk golfbaanbeheer weten we daar meer van.

Schrijf naar info@natuurlijkgofbaanbeheer.nl, of bel met: 06 16 898 113 voor meer informatie of een afspraak.