Gras, greenkeepers en het bodemvoedselweb

Aangezien het aantal bestrijdingsmiddelen dat beschikbaar is voor greenkeepers afneemt, is het je misschien al opgevallen dat de term “bodemvoedselweb” regelmatiger in beeld komt. Maar wat betekent die term?  Het is belangrijk om te begrijpen dat we in feite een heel complex natuurlijk systeem beheren. Het goede nieuws is echter dat dit enorm complexe systeem grotendeels voor zichzelf kan zorgen als het de kans krijgt.

Gras als voeding?

De invloed van gras op ons dagelijks leven is enorm. De evolutionaire betekenis van gras is enorm. Onze moeite met groen houden is nietig en zeer recent in vergelijking met onze afhankelijkheid van gras voor ons eigen overleven als mensen. De familie van planten die we kennen als grassen bestaat al minstens 65 miljoen jaar en heeft in die tijd elk continent op aarde gekoloniseerd. Ter vergelijking: mensen zijn zo’n 200.000 jaar aanwezig, wat betekent dat de enorme familie van grassen over de hele wereld het 64,8 miljoen jaar lang prima heeft gedaan, zonder ons. Geen kunstmest, geen grasmaaiers, geen beluchting en zeker geen pesticiden. Het is juist andersom:  Het enorme succes van gras als vegetatie heeft onze menselijke bevolkingsexplosie en dominantie van de planeet mogelijk gemaakt. Zonder gras geen menselijke beschaving.

Heb je ooit nagedacht over het eten van gras? Het is een feit dat we allemaal afhankelijk zijn van gras om elke dag onze buik te vullen. In Azië eet men elke dag rijst, rijst is een van de meest succesvolle grassen ter wereld en ondersteunt een groot deel van de mens. ’s Morgens eet ik haver, een ander gras. Later op de dag tarwe, ook een gras. De meeste Europeanen leven eveneens voor een belangrijk deel van grassen. Samen met de meeste andere mensen en de veestapel op aarde; geen gras = geen vlees. In Amerika eten ze maïs, een ander machtig succesvol gras.

Grassen, zoals tarwe, haver, maïs en rijst zijn zo goed als voedsel vanwege de hoge calorische waarde van hun zaden; ze barsten van de energie die gemakkelijk wordt omgezet in mensen (ik weet niet wat de beleefde term voor vlees van de mens is :-), rundvlees, varkensvlees of wat dan ook. Het zijn de zaden die we als basisvoedsel over de hele wereld eten, hetzij in hun geheel als met rijst, of als meel voor het maken van brood etc..

Het mooi om te beseffen waar al die energie uit het graszaad (mais, rijst tarwe etc.) vandaan komt. Ken je de advertenties uit de jaren zeventig voor Cornflakes waar we werden aangemoedigd om onze dagelijkse zonneschijn op te nemen? Die zijn eigenlijk heel dicht bij de waarheid. De energie in ons voedsel dat we eten komt rechtstreeks van de zon, via de planten natuurlijk.

Fotosynthese

Planten hebben het opmerkelijke vermogen om hun eigen voedsel te maken door het proces van fotosynthese. In eenvoudige termen is dit een complexe reeks chemische reacties die plaatsvinden in het groene (chlorofyl houdende) weefsel van onze grasplanten. Tijdens dit proces produceert de plant suikers uit kooldioxide (CO2), die het uit de lucht haalt via kleine gaatjes in de onderkant van het blad, huidmondjes genaamd, en water (H2O), dat via de wortels binnenkomt door een proces dat “osmose” wordt genoemd. De energie om dit proces aan te sturen, komt rechtstreeks uit zonlicht.

Enkele van de meer fascinerende feiten over dit op zich  al fascinerende proces zijn als volgt:

  • Het grootste deel van de energie die tijdens fotosynthese door de zon wordt geabsorbeerd, bevindt zich in de blauwe en rode gebieden van het spectrum. Veel van het groene deel van het spectrum wordt gereflecteerd, waardoor planten groen zijn in onze ogen.
  • Het basale fotosyntheseproces ziet er als volgt uit: 6CO2 + 6H2O ⇒Zonne energie en enzymen ⇒ C6H12O6 + 6O2. Vertaald in het Nederlands betekent dit dat 6 moleculen koolstofdioxide en 6 watermoleculen worden omgezet in één molecuul suiker (glucose) en 6 moleculen uitgeademde zuurstof (O2). De glucose wordt tijdens het ademhalingsproces gebruikt als brandstof voor het groeiproces en de zuurstof wordt afgeschreven als een afvalproduct, wat een leuke bijkomstigheid is wanneer je voor je voortbestaan ​​afhankelijk bent van zuurstof.
  • De door de plant geproduceerde glucose kan worden verplaatst naar de delen van de plant die het nodig hebben of worden omgezet in zetmeel om te worden opgeslagen voor later gebruik.
  • De zaden die we eten zijn gevuld met zetmeel dat pure geconcentreerde energie is.
  • Wanneer zaden ontkiemen, wordt het zetmeel omgezet in glucose om de jonge plant te voeden. Daarom wordt gerst gemout (het starten van het kiemproces) aan het begin van het brouwen van bier of whiskyproductie. De gemoute zaden zijn dan een suikerbron voor de gisten om zich te voeden en het omzetten in alcohol.

Als gras zijn eigen voedsel maakt, waarom moeten we het dan voeden met meststoffen?

Dat is een goede vraag. Meststoffen worden gewoonlijk plantenvoeding genoemd en we zeggen vaak dat we de green voeden. Het is een feit dat we de planten eigenlijk geen voedsel als zodanig leveren, maar enkele van de elementaire bouwstenen bieden die ze nodig hebben om te groeien.

Planten bestaan ​​uit vier hoofdelementen: waterstof, zuurstof, koolstof en stikstof. Met uitzondering van stikstof, zijn deze allemaal gemakkelijk beschikbaar voor de plant uit de bodem (water) en de lucht (CO2). Hoewel stikstof overvloedig aanwezig is in de atmosfeer, kunnen de meeste planten het niet uit de lucht halen en moeten ze het in “vaste” vorm (ammoniak) hebben. Sommige planten zoals klaver en erwten kunnen stikstof (N2) uit de lucht halen (en omzetten in ammoniak), dankzij speciale structuren op hun wortels die hen in staat stellen om symbiotische relaties te vormen met gespecialiseerde bacteriën. Onze grassen kunnen dit niet en omdat stikstof een cruciale rol speelt in belangrijke plantenweefsels en processen zoals in DNA, eiwitten en chlorofyl, moeten we het toevoegen aan de bodem waar het toegankelijk is voor de plantenwortels in de plant. Een echt gezond bodemvoedselweb bevat overigens wel veel stikstofbindende bacteriën.

Dus waar gaat N.P.K over?

Op kunstmestzakken ziet u meestal de letters N (stikstof), P (fosfor) en K (kalium). Dit zijn de Hoofd- of Macro-voedingsstoffen die planten in relatief grote volumes nodig hebben om te groeien en ongezond te blijven. Stikstof, we hebben het al behandeld, maar ook fosfor en kalium worden meestal als meststof toegevoegd.

Fosfor is nodig als fosfaat voor de opbouw van DNA en een enzym dat ATP wordt genoemd, wat een cruciale factor is voor het fotosyntheseproces, maar ook essentieel is voor wortelontwikkeling en zaadproductie.

Kalium helpt de waterbeweging in de plant en helpt bij het bouwen van sterke celwanden en stamcellen. Het is ook belangrijk om de planten te helpen bij het bestrijden van stress zoals kou, hitte en droogte.

Er zijn nog veel meer minerale stoffen nodig voor het goed functioneren van planten, maar die zijn in veel kleinere hoeveelheden nodig.

Het bodemleven

De reden voor de kleine omweg naar kunstmest was om te illustreren dat, hoewel grasplanten perfect in staat zijn om voor zichzelf te zorgen, ze eigenlijk betrokken zijn bij enkele opmerkelijke en vitale relaties, waarvan we er veel zelfs nauwelijks beginnen te begrijpen. Als je het ogenschijnlijk eenvoudige proces van het toepassen van een zak stikstofmeststof op de green als voorbeeld neemt, denk je misschien dat het verdund wordt met regenwater en de plant het opzuigt en eet … hmmm! Maar wat er feitelijk gebeurt, is veel complexer en het heeft de medewerking van miljoenen microben nodig om het te bereiken..

De stikstofcyclus

Hier, in zeer eenvoudige termen, wat er gebeurt met stikstof in onze greens:

Simpel gezegd, stikstof is in onze omgeving aanwezig als verschillende chemicaliën zoals ammonium (NH3), nitriet (NO2) en nitraat (NO3). Er is ook organische stikstof in de vorm van humus en gedeeltelijk vergaan organisch materiaal zoals stro. Van nature is er een overvloed aan anorganisch stikstofgas (N2), dat, zoals we hebben gezien, door sommige planten kan worden gebruikt.

Met behulp van verschillende processen transformeren bodemmicroben stikstof in een aantal verschillende vormen, waarvan sommige van vitaal belang zijn voor de gezondheid van onze grasplanten. Zonder deze processen zou het zinloos zijn om meststoffen toe te passen, omdat ze gewoon niets zouden doen. De processen van de stikstofcyclus transformeren stikstof van de ene vorm naar de andere. Veel van die processen worden uitgevoerd door microben in de bodem.

Het bodemvoedselweb

Het is belangrijk dat we anders over onze greens en andere grasvegetaties gaan denken. Het was onze gewoonte om aan te nemen dat we een product of dienst kunnen kopen om eventuele problemen of symptomen op te lossen. Anorganische meststoffen en pesticiden (fungiciden, insecticiden en herbiciden) zijn in de decennia na de Tweede Wereldoorlog algemeen geaccepteerd en zelfs essentieel geworden voor groenbeheer. Dit heeft zich parallel ontwikkeld met landbouwontwikkelingen die zijn ontworpen om een ​​efficiëntere voedselproductie mogelijk te maken. In de afgelopen tijd is het zelfs gebruikelijk geworden voor greenkeepers om hormonale groeiregulatoren toe te passen om de groeikenmerken van grassen te manipuleren, puur voor waargenomen prestatieverbetering (met name grotere grasdichtheid) en om pathogene organismen te weren. Deze manier van baanbeheer is niet alleen schadelijk voor onze greens, maar het is volstrekt onhoudbaar, zeker in ecologisch opzicht, maar in economische termen nog sterker. Het is duur en sluit ons aan bij een cyclus van steeds duurdere symptoombehandelingen die moeilijk te doorbreken is. Het is vooral onhoudbaar in het kader van pesticiden verboden en onttrekkingen. Binnen niet al te lange tijd zullen er geen pesticiden beschikbaar zijn om deze idiote aanpak voort te zetten terwijl een geheel natuurlijk managementsysteem mogelijk is.

Het natuurlijk alternatief:

We moeten een flinke stap terug doen om het probleem beter te kunnen zien. Eerst kijken we naar de klus die er ligt: een ​​fijn grasoppervlak van 1500 m2 aanleggen en onderhouden met een vegetatie bestaande uit één of twee meerjarige fijne grassoorten die goed presteren op het gebied van balsnelheid, gladheid en rolrichting. Nu we de klus duidelijk hebben vastgesteld kunnen we gaan doen wat nodig is om een ​​dergelijke vegetatie te bewerkstelligen. De fijne grassen die we moeten stimuleren zijn inheems in de Europese kuststreken. Het enige wat we hoeven te doen, is het creëren van omstandigheden waarin deze soorten de steun vinden die ze normaal krijgen op de plaatsen waar ze van nature gedijen. Door de natuur te imiteren kan de greenkeeper het zich een stuk gemakkelijker maken! Natuurlijke graslanden zoals deze zijn zelfvoorzienende systemen, dus we moeten onze greens gaan beschouwen als ecosystemen en ze omzichtig beheren, om de fijnzinnige evenwichtsoefeningen die dagelijks in het ecosysteem spelen, niet te verstoren.

Werk met het bodemvoedselweb.

Het bodemvoedselweb is een andere manier van denken over het groene ecosysteem. Het is een gemeenschap van organismen die hun leven geheel of gedeeltelijk in de bodem doorbrengen. Het legt uit hoe deze bodem-micro-organismen met elkaar in wisselwerking staan, het ecosysteem, de bodemomgeving en de planten en de dieren. Het voedselweb is een manier van denken over de manier waarop energie wordt overgedragen tussen organismen in ons groene ecosysteem. Als mens zijn we volledig afhankelijk, zij het indirect, op de energie van de zon om te overleven. Het bodemvoedselweb is complex, maar is gebaseerd op hetzelfde idee: dat alle energie in eerste instantie van de zon komt. Planten gebruiken de energie van de zon om anorganische verbindingen om te zetten in energierijke, organische verbindingen; CO2 uit de lucht en mineralen uit de bodem opnemen en deze in plantenmateriaal omzetten door het biochemische proces van fotosynthese dat we eerder hebben bekeken. Als onderdeel van de constante cyclus van dood en wedergeboorte, wordt dood plantaardig materiaal afgebroken en omgezet door micro-organismen in het bodemecosysteem en dit voedt het bodemvoedselweb zoals hieronder in beeld gebracht:

Waarom het bodemvoedselweb belangrijk is voor Greenkeepers.

Inzicht hebben, of op zijn minst bewust zijn van het bodemvoedselweb, is belangrijk voor greenkeepers om de eenvoudige reden dat de symptoomgerichte-probleemaanpak die gangbaar is op banen waar kwaliteit van de vegetatie langzaam maar zeker afneemt, noch agronomisch, noch economisch duurzaam is. Waardoor uiteindelijk de greens voor veel geld opnieuw aangelegd moeten worden. We zijn met onze schijnbare beheersbaarheid middels chemicaliën in een onwerkelijke droom terecht gekomen. Is het je al opgevallen dat er steeds minder bestrijdingsmiddelen beschikbaar zijn?

Wat nog belangrijker is, is de behoefte om de prestaties van greens te verbeteren. Greens die gangbaar en met behulp van kunstmest en gifstoffen worden beheerd zullen nooit perfect presteren, omdat ze worden gedomineerd door éénjarig gras met een oppervlakkige beworteling.

Natuurlijk Golfbaan Beheer heeft een eenvoudig programma ontwikkeld om het bodemvoedselweb op de golfbaan te stimuleren en te onderhouden. Het is gemakkelijk om daar in november mee te beginnen, maar in een ander jaargetijde kan ook.
Het programma begint meestal met het inbrengen van verrijkte compost via beluchtingsgaten die zijn geprikt. Daarna wordt iedere 14 dagen een mengsel van micro-organismen en biostimulanten verspoten. Op basis van bodemanalyses wordt de receptuur per situatie aangepast.

Deze methode is de kortste weg naar het gewenste resultaat. En tevens de voordeligste.

Schrijf voor meer informatie naar info@natuurlijkgolfbaanbeheer.nl of bel 0616898113.